Antwoorden van Rinus van Schendelen op vragen van Frits van Dam
woensdag 25 december 2013
Dit waren de vragen van Frits van Dam en de antwoorden van Rinus van Schendelen, in het kader van het artikel dat over hem is verschenen. De antwoorden van Van Schendelen zijn cursief weergegeven.
Van Dam schreef:
Geachte collega,
De website TabakNee, een initiatief van Stichting Rookpreventie Jeugd, brengt de tabakslobby in kaart.
Daartoe onderzoeken wij onder meer welke mensen en organisaties betrokken zijn bij en geconsulteerd worden door de tabaksindustrie. De resultaten publiceren wij met enige regelmaat op onze website www.tabaknee.nl .
Wij hebben research gedaan naar uw bemoeienissen met de tabaksindustrie in de meeste wijde zin van het woord en daar zijn de volgende vragen uit voortgekomen, de antwoorden willen wij verwerken in een artikel dat volgende week op TabakNee zal verschijnen.
Van Schendelen antwoordde:
Geachte heer Van Dam,
Hoewel twee 'krasse knarren' met universitaire achtergrond, verschillen wij toch aanmerkelijk over de gewenste rol van wetenschap en wetenschappers in de maatschappij. Ik zit op vergaring van kennis over hoe iets wel/niet werkt, in mijn geval de processen van zowel collectieve besluitvorming als de beïnvloeding ervan, en op ruime beschikbaarstelling van die kennis aan ieder die haar wil weten, zoals lezers, toehoorders en belangengroepen, de laatste onder de randvoorwaarden dat zij legaal en legitiem zijn (waaraan uw casus tabak ruimschoots voldoet). Uit uw vragen krijg ik de sterke indruk dat voor u wetenschap niet maatschappelijk waardenvrij maar waardengebonden moet zijn en dat een wetenschapper bepaalde maatschappelijke waarden wel/niet moet behartigen. U zult dus niet kunnen begrijpen, laat staan billijken, dat ik in het belang van mijn discipline elke belangengroep (binnen die randvoorwaarden) die mij zulks vraagt, zo goed mogelijk help. Nog sterker, inzake tabak adviseer ik (onregelmatig, nooit vaste verbintenissen) op altijd hun verzoek zowel groepen pro tabak als, jawel, anti tabak, zoals o.a. eerder de Hartstichting en tamelijk recent het KWF. Ook u zou ik goed kunnen adviseren over wat u nastreeft. Zoals u heeft gemerkt bij de constructie van uw vele vragen ben ik daar, conform de wetenschap die waardenvrijheid nastreeft, ook altijd open en transparant over geweest. Wel ben en blijf ik discreet over de specifieke belangen of waarden van elke belangengroep, want die behoren tot het maatschappelijke domein waarin elke waarde altijd en overal omstreden is (ook die rond tabak, zoals u beter weet) en die behoren dus te worden overgelaten aan het krachtenveld van de belangengroepen, waarop ik mij niet begeef in tegenstelling tot u. Hiermee heb ik eigenlijk al vele van uw vragen grotendeels beantwoord. Op overige onderdelen geef ik antwoord hieronder (onderstreept). Zoals u ziet, vanuit mijn waardevrije wetenschapsopvatting heb en hoef ik niets te verbergen, want er valt niets te verbergen. Mocht u aanvullende vragen hebben, dan zal ik die wederom zo goed mogelijk beantwoorden.
Nu van mijn kant twee verzoeken aan u:
1) Zoals aan elke 'journalist' vraag ik altijd, nu ook aan u, het concept van uw verhaal, niet om uw waardeoordelen te beïnvloeden maar ter voorkoming van feitelijke onjuistheden, want dat is en blijft gemeenschappelijk belang, toch? Graag uw bericht van akkoord.
2) Omgekeerd zou ik, voor de verificatie of weerlegging van mijn vermoeden dat wij beiden weliswaar universitaire achtergrond hebben maar sterk verschillende opvattingen over de gewenste rol van de wetenschap(per) in de maatschappij, graag aan u 13 vergelijkbare vragen willen stellen, waartoe ik graag ook uw publicatielijst ontvang. Hopelijk beantwoordt u mijn vragen dan even open en transparant. Graag uw bericht van akkoord en toezending van uw publicatielijst. Wellicht maken wij samen dan nog eens een mooi artikel over wetenschapsbeoefening rond de casus tabak.
Dan gaat Van Schendelen over tot het beantwoorden van de vragen:
1. In het artikel over De Gideonsbende in NRC (2009) hebt u er geen geheim van gemaakt dat u destijds de SSI te hulp schoot, en deze adviseerde zonder Philip Morris verder te gaan. Klopt dit, omdat wij vernomen hebben dat Philip Morris zelf besloten had zich uit de SSI terug te trekken. Kan zijn, maar voor mij nieuw. Overigens liggen push (de een) en pull (de ander) vaak dicht bij elkaar.
2. Bent u in 2003 begonnen met het adviseren van de tabaksindustrie, zoals uit het NRC artikel blijkt, en tot hoelang hebt u dat gedaan? Nooit adviseerde ik 'de tabaksindustrie' (bestaat niet als moloch), wel al heel lang en incidenteel, op hun kennisverzoek, personen uit bedrijven en groepen behorende tot de pro of anti tabak.
3. In een artikel van 22 november 2012 in BN/De Stem komt u aan het woord over het pleidooi van de tabaksfabrikanten om de leeftijd waarop je tabak mag kopen van 16 naar 18 te verhogen. Hierbij wordt vermeld dat u niet alleen "lobbydeskundige" bent, maar ook adviseur van Japan Tobacco. Hebt u de industrie tot en met 2012 geadviseerd? Doet u dat nu nog? Ook mensen van JTI benaderen mij wel eens.
4. Klopt het dat u het geld dat u ontvangt voor uw consultancywerkzaamheden in de Stichting Politiek en Onderzoek stopt, waarmee u uw onderzoeken financiert? Is deze stichting nog actief? Deze Stichting, ooit opgezet om zelf onderzoeksgeld te vergaren, is al plm. 10 jaar 'in Ruhestand'.
5. Welk uurtarief hanteert u? Dat hangt af van het type belangengroep en varieert van 0 (pro deo) tot maximaal 300 en op deze uiteinden is de frequentie van groepen ongeveer even groot..
6. Had u met de Erasmus Universiteit de afspraak dat u geen onderzoekskosten zou declareren, maar zelf uw geld zou binnenhalen? Op de FSW was ik de eerste ooit die zijn externe advisering jaarlijks publiceerde en, in plaats van onderzoekskosten te declareren, deze voor zover mogelijk zelf financierde; indien niet mogelijk, dan geen onderzoek.
7. Was de universiteit op de hoogte van uw adviseurschap aan de tabaksindustrie? Had zij hier bezwaar tegen? Vanuit mijn jaarverslag kon ze dat weten. In ieder geval maakte zij nooit bezwaar (en terecht, want aan de EUR is de waarde van waardenvrije wetenschap nog redelijk intact).
8. Welke onderzoeken hebt u met dit geld gefinancierd en waar zijn deze gepubliceerd? Zie bijgaand mijn complete publicatielijst. Zoals u ziet, heb ik nooit geschreven over tabak (of milieu of welke andere maatschappelijke waarde ook), want daarin heb ik geen enkele interesse, maar des te meer en bij uitstek in de processen van collectieve besluitvorming en beïnvloeding dienaangaande. Dus volg ik voortdurend zeer vele en zeer diverse casussen, in de hoop daaruit meer en betere proceskennis te halen. Met het bijeen gesprokkelde geld financierde ik uitsluitend de kosten van mijn algemeen politicologisch relevante onderzoek en publicaties (volgens mij een voorbeeld tot navolging!).
9. Wij kunnen uw publicaties niet inkijken, daar de pagina met publicaties op uw website leeg is. Wat is hiervan de reden? Geen andere dan dat ik geen tijd verspil aan een eigen website en de faculteit dit ook niet tot haar taak rekent.
10. Op 24 juli dit jaar gaf u een interview aan BNR Nieuwsradio om uw visie te geven op een artikel in Vrij Nederland. Op de vraag van de presentator: "Is het niet een beetje gek dat VNO-NCW lobbyt voor de tabaksindustrie?" zegt u: "Het is eigenlijk paradoxaal omgekeerd." U betoogt dat VNO-NCW tussen 2000 en 2006 juist volledig heeft wéggekeken. "Nu het eigenlijk een beetje aan de late kant is, zijn ze in beweging gekomen." Waarom hebt u tijdens dat interview op BNR niet gezegd dat u de industrie hebt geadviseerd? Is het voor professoren niet de regel dat bij elke uiting die gepresenteerd wordt als wetenschap, zij moeten onthullen of zij er belanghebbende bij zijn geweest. De verslaggever dacht dat VNO proactief was, quod non, dus dit moest ik corrigeren, wat geen 'uiting' of waardeoordeel is, maar correctie van een foute veronderstelling.
11. Waarom vond u dat VNO-NCW had liggen slapen? Hebt u VNO-NCW over dit thema geadviseerd, en zo ja wat hield dat advies in? Breng de 2001 TPD en de 2004 NL tabakswet in chronologie, leg daarbij de posities van VNO en u kunt zelf dezelfde conclusie trekken.
12. Hoe vaak hebt u VNO-NCW over dit thema geadviseerd? (Toevallig) nooit.
13. In uw boek The Art of Lobbying the EU, More Machiavelli in Brussels, betitelt u (pagina 135) de antitabakslobby als 'health freaks' Uw citaat luidt: 'Another example is the 2001/37/EC Tobacco Ban Directive, proposed by DG Sanco in closed shop with anti-tobacco groups, connected in series to both the EP's Health Committee and the Health Counsil, and having as its main contents the empowerment of a regulatory committee (comitology) consisting of almost entirely 'health freaks'. Vindt u gezien het sterk verslavende karakter van tabak en de ellende die het veroorzaakt (ruim 20.000 doden per jaar in Nederland, nog los van de ernstige long- en hartproblemen die het veroorzaakt) het moreel gepast om longartsen en organisaties die hun uiterste best doen om de gevolgen van tabak te bestrijden, als ''gezondheidsfreaks' te betitelen? Hoe kijkt u in dit verband aan tegen de uitspraak van de directeur van VNO-NCW die zegt: 'we weten dat tabak slecht is voor mensen maar we verdienen er een hoop geld aan'. Inmiddels kunt u mijn antwoord raden: 'freaks' staan voor mensen die één enkele maatschappelijke waarde sacrosanct verklaren en wat daartegenin gaat ketterij achten; in geval van deze Sanco-casus m.i. een feitelijk terechte typering; als wetenschapper kan ik niet verantwoorden om te zeggen dat tabaksgebruik wel/niet maatschappelijk mag, want in een democratie is dit aan het krachtenveld, waartoe ook VNO behoort die van haar kant op andere waardes wijst.
In afwachting van uw reactie op zowel mijn antwoorden als mijn twee verzoeken, met vriendelijke groeten, Rinus van Schendelen
Em. Professor in Political Science