Hof Quebec: tabaksindustrie moet tabaksslachtoffers 11 mld. euro betalen
maandag 04 maart 2019
UPDATE 11-03-2019
Het hof van beroep in de Canadese staat Quebec handhaaft een vonnis uit 2015 waarin drie grote sigarettenfabrikanten zijn veroordeeld om een schadevergoeding van 15 miljard Canadese dollar (bijna 11 miljard euro) te betalen aan meer dan een miljoen tabaksslachtoffers.
Door de webredactie
De zaak waarin nu voor de tweede keer vonnis is gewezen betreft twee gecombineerde groepsprocessen (class actions) die in 1998 zijn aangespannen. In 2005 zijn beide zaken als class actions erkend. In de ene zaak, de Létourneau-zaak, draait het om compensatie en boetes vanwege het moedwillig verslaafd maken van ieder van de 918.000 aanklagers. In de andere zaak, de CQTS/Blais-zaak, eisen de 99.957 aanklagers om compensatie en boetes voor de ziektes die ieder van hen heeft opgelopen door het roken. In beide zaken staan de lokale tabaksfirma’s Imperial Tobacco Canada Ltd. (ITL), JTI-MacDonald Corp. (JTI) en Rothmans, Benson & Hedges Inc. (RBH) in de beklaagdenbank.
De behandeling in de rechtbank in Montreal begon in 2012 en eindigde in december 2014. Op 27 mei 2015 vonniste de rechtbank in het voordeel van de aanklagers, die hadden aangevoerd dat de tabaksfirma’s niet voldoende hadden gewaarschuwd voor de schadelijkheid van hun producten. De rechtbank oordeelde dat de beklaagden daarmee het burgerlijk wetboek van Quebec, het Quebec Handvest voor Mensenrechten en Vrijheid en de Wet op de Consumentenbescherming van Quebec hadden overtreden.
Samenspanning
De rechtbank oordeelde verder dat de tabaksfirma’s hadden samengespannen om te voorkomen dat rokers op de hoogte zouden raken van de gevaren van het roken. De rechter stelde bovendien dat de ziekten van de rokers gevolg waren van deze gebreken. In totaal werden de tabaksfirma’s veroordeeld tot betaling van 15,6 miljard Canadese dollars, ruim 11 miljard euro.
Dat vonnis is nu grotendeels overgenomen door het hof van beroep. “Dit is een complete en klinkende nederlaag voor de tabaksindustrie,” stelt Rob Cunningham van de Canadian Cancer Society volgens Bloomberg. “De industrie heeft decennialang onrechtmatig gehandeld met grootschalig lijden, ziekte en dood als gevolg.”
De tabaksfirma’s stellen daartegenover dat de schadelijkheid van het roken allang algemeen bekend was en bekijken nu al hun opties, waaronder een nieuw beroep bij het Hooggerechtshof.
Parallelle rechtszaken
Deze civiele class action staat los van de rechtszaken die de tien Canadese provincies hebben aangespannen tegen lokale en internationale tabaksproducenten om compensatie te krijgen voor zorgkosten die samenhangen met ziekten door het roken. In die zaken riepen medici en gezondheidsvoorvechters recent op om niet alleen compensatie te eisen, maar ook maatregelen die het (jeugd)roken tegengaan.
UPDATE 11-03-2019
Japan Tobacco Inc.’s Canadese dochteronderneming heeft vrijdag crediteurenbescherming gekregen, na de uitspraak van het hof in Quebec waarbij drie tabaksfirma’s zijn veroordeeld tot het betalen van samen 11 miljard euro aan schadevergoedingen. Het Superior Court in Ontario besliste dat JTI-Macdonald Corp. crediteurenbescherming krijgt, nadat het bedrijf had aangevoerd de schadevergoeding niet te kunnen betalen.
JTI moet ongeveer 1,77 miljard Canadese dollar (1,17 mld. euro) van de 15 miljard betalen in de class action die is aangespannen door bij elkaar meer dan 1 miljoen (ex-)rokers. JTI voerde aan dat het bedrijf zonder de crediteurenbescherming failliet zou gaan aan deze schadevergoeding. Volgens Bloomberg zei JTI-Macdonald dat de bescherming op grond van Canada’s Companies’ Creditors Arrangement Act (CCAA) zijn beste optie was om in bedrijf te blijven. JTI heeft tegelijk aangekondigd in beroep te gaan tegen de beslissing van het hof in Quebec.
“Dit buitengewone vonnis heeft JTI-Macdonald Corp. gedwongen bescherming te zoeken op basis van de CCAA om zo 500 Canadese banen te beschermen en zijn bedrijfsactiviteiten voort te zetten met minimale verstoring,” schreef het bedrijf in een verklaring. “Wij zijn het fundamenteel oneens met de beslissing van het hof en nemen alle nodige en passende maatregelen om onze wettelijke activiteiten te verdedigen.”
De andere twee veroordeelde tabaksfirma’s beraden zich nog op te nemen stappen.