Van Rijn: Richtlijnen anti-rookverdrag zouden niet juridisch bindend zijn
woensdag 03 september 2014
Volgens staatssecretaris Van Rijn van Volksgezondheid (VWS) hebben kustgemeenten niets verkeerd gedaan door samen te werken met Japan Tobacco International (JTI) in een campagne om de stranden vrij van peuken te houden. Ook de betrokkenheid van British American Tobacco bij de promotie van de provincie Groningen vormt voor Van Rijn geen bezwaar.
Door de webredactie
Staatssecretaris Van Rijn erkent dat ook lagere overheden zich aan het FCTC-verdrag hebben te houden. "Het verdrag schrijft echter niet voor op welke wijze dit moet geschieden," schrijft Van Rijn in antwoord op vragen van de PvdA-Kamerleden Manon Fokke en Marith Rebel. "De verdragspartijen hebben op dit punt een grote mate van vrijheid. De richtlijnen bij artikel 5.3 van het FCTC-verdrag zijn juridisch niet-bindend," stelt de staatssecretaris.
Fokke en Rebel stelden hun vragen naar aanleiding van een artikel op TabakNee over lagere overheden die zich niet aan het internationale tabaksontmoedigingsverdrag van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO), de Framework Convention on Tobacco Control (FCTC) houden door op uiteenlopende manieren samen te werken met de tabaksindustrie.
De bewering dat de richtlijnen voor de uitvoering van het verdrag juridisch niet bindend zijn is aanvechtbaar, zoals blijkt uit nog een ander artikel op deze site. Bovendien heeft Van Rijn eerder zelf tijdens een debat met de commissie Volksgezondheid van de Tweede Kamer gezegd dat het FCTC-verdrag juridisch bindend is.
"Wij houden ons strikt aan de internationale afspraken over de contacten met de tabaksindustrie en de invloed die daarvan uit kan gaan op het beleid. Overigens is het FCTC een juridisch bindend verdrag, zo krijg ik nog even in mijn oor gefluisterd," zei hij op 28 februari 2013.
Toch schrijft Van Rijn dat "navraag bij betrokken gemeenten en provincie heeft opgeleverd dat ik op dit moment geen redenen heb om aan te nemen dat in de genoemde gevallen sprake is van strijdigheid met het verdrag. De beide campagnes komen niet voort uit (lokaal) tabaksontmoedigingsbeleid."
Dat laatste doet echter niet ter zake. Het is mooi dat Van Rijn erkent dat het Verdrag ook voor lagere overheden geldt, maar waar gaat het om? Dat de betrokken gemeenten en provincie door zich in te laten met de tabaksindustrie, deze behandelen als elke andere bedrijfstak, terwijl het FCTC-verdrag nu juist is gericht op het isoleren en denormaliseren van de tabaksindustrie.