line

Hoe het kleine café werd opgejut tegen het rookverbod

zondag 03 november 2013

Wie schuilen achter het verzet van de kleine cafés tegen het rookverbod? Een reconstructie van hoe de kleine cafébaas jarenlang is opgejut. Dit is deel 2 van de serie De Frontsoldaten van de Tabak over organisaties die voor de belangen van rokers zeggen op te komen.

Door Stella Braam

Het is 21 mei 2008. Over krap anderhalve maand mag je in de horeca niet meer roken. Om de asbak in de kleine cafés te redden, wordt die dag stichting Red de Kleine Horecaondernemer (KHO) in het leven geroepen. De oprichters zijn twee bekende namen uit het rokersbelangencircuit: Ton Wurtz van stichting Rokersbelangen en Wiel Maessen van stichting Forces, die in deel 1 van deze serie zijn beschreven.

Wurtz wordt de penningmeester, Maessen de secretaris en tevens eigenaar van de website. Nieuwkomer is organisatieadviseur Jaap Brandligt, die de voorzittershamer mag hanteren. Ze zetten zich belangeloos in, aldus Brandligt in een interview met Misset Horeca (7 november 2008): "Geen cent declareer ik aan de stichting, noch declareren mijn andere twee bestuursleden.''

Kleine cafébazen worden opgeroepen om zich aan te sluiten en het rookverbod aan hun laars te lappen. Het drietal wil niet alleen de politiek en media bewerken maar ook een proefproces starten. De journalisten Frits Baltesen en Esther Rosenberg onthulden in NRC Handelsblad van 29 juni 2009 ("Een rokende Gideonsbende; onderzoek verzet tegen rookverbod") dat het proefproces het idee was van vier tabaksfabrikanten. Zij hadden zich verenigd in een geheime lobbyclub die zij Gideon noemden. British American Tobacco (BAT), Imperial Tobacco, Japan Tobacco International en Gallaher vergaderden in 2004 en 2005 onder andere over hoe ze het dreigende rookverbod in de horeca konden tegengaan. Philip Morris werd erbuiten gehouden, die zou te braaf zijn.

Rinus van Schendelen

De politicoloog en 'lobbyprofessor' Rinus van Schendelen van de Rotterdamse Erasmus Universiteit was ingehuurd om de Gideonlobby te adviseren. Van Schendelen in het NRC-artikel: "We zeiden tegen elkaar: 'Ensceneer een overtreding. Vraag om een boete! Laat die bal rollen!' Van die houding schrok de industrie. Niet zozeer de mensen uit de lobby, maar het hoge management. Toen zeiden we tegen elkaar dat het altijd nog kon via de stichting Rokersbelangen. Wurtz heeft het potje opgestookt, samen met enkele sympathisanten. Vanaf dat moment werd het verzet tegen het rookverbod in de horeca nieuw leven ingeblazen."

De caféhouders zijn bewust naar voren geschoven als slachtoffers van het rookverbod, om zo de publieke opinie te bespelen. Dat blijkt als penningmeester Wurtz drie jaar later met twee studenten spreekt die een scriptie schrijven over het rookverbod. Ondanks de beloofde geheimhouding zijn de letterlijk uitgetypte gesprekken met ook andere betrokkenen uitgelekt en via deze link te lezen.

Het was "een mooi publicitair middel om aandacht te krijgen voor de zaak," zegt Wurtz tegen de studenten. "Voor de zielige kroegeigenaar die failliet zou gaan en boetes kreeg.[...] Wat belangrijk is in deze, is dat er niet gezegd wordt: 'Er moet gerookt worden.' Nee, in plaats daarvan: 'Op deze manier verliest een meneer zijn baan.'"

Zus en zo

Vanaf het prille begin krijgt Wurtz gratis advies van Willem Jan Roelofs van de Stichting Sigarettenindustrie waarin drie van de vier grote op Nederlandse bodem opererende tabaksbedrijven zijn verenigd (Philip Morris is in september 2005 afgehaakt). Zijn rechtszaken kansrijk? "We wisten natuurlijk niet hoe dat precies zat en we hebben juristen dat laten uitzoeken," zegt Wurtz tegen de studenten.

Roelofs van de Stichting Sigarettenindustrie staat de studenten ook te woord. Hij zegt: "Red de kleine Horeca heeft op een gegeven moment een handtekeningenactie gevoerd. Dat vonden we sympathiek. Daar hebben we ook aan bijgedragen, althans wat ideeën geleverd, dat moet je zus en zo doen." In een interview met FEM Business & Finance van 23 mei 2009 zegt Roelofs over zijn hulp aan Wurtz: "Wij hebben suggesties gedaan over posities die hij kan innemen. Dat gaat niet gepaard met geld, maar met kennis." Roelofs lijkt overigens meer bewondering te hebben voor de secretaris van de horecastichting. "De grote man daar is Wiel Maessen, die jongen heeft redelijk wat internationale ervaring," vertelt hij de studenten.

Tabaksmultinational BAT op haar beurt helpt mee om de Tabakswet zo rekkelijk mogelijk te interpreteren. Cees Foet van BAT in FEM Business & Finance: "Wij hebben de kennis en expertise. Neem nou het geval van café De Balk. Die verzonnen zelf om hun tap in de muurkast te zetten en verklaarden zo het hele café tot rookruimte. Wij hebben gekeken naar wat er binnen de wet exact mogelijk was."

Snel betalen

Advocatenkantoor Van Diepen Van der Kroef wordt gevraagd om de rechtszaken te doen. Dit advocatenkantoor heeft volgens zijn eigen website ook de gezondheidszorg als expertise. Van Diepen Van der Kroef komt in het geweer voor café de Kachel in Groningen en café Victoria in Breda.Deze zijn betrapt op rokende klandizie maar willen de boetes principieel niet betalen. De contributies van de aangesloten cafébazen zijn ontoereikend om de rekeningen van het advocatenkantoor te kunnen overmaken. Maar dat was niet iets om wakker van te liggen, maakt Wurtz de studenten duidelijk: "Het advocatenkantoor heeft gezworen ons niet te achtervolgen als er geen financiën meer zijn. Dat is de afspraak geweest [...]." Als er geen geld meer zou blijken te zijn "dan moeten ze het afschrijven. Jammer maar helaas."

Het NRC-artikel in 2009 verschaft een ander beeld. Marco Gerritsen van Van Diepen Van der Kroef zegt dat het geld op zal zijn na het hoger beroep in Leeuwarden van het Groningse café De Kachel. Er moet nu snel worden betaald, "anders staken we onze werkzaamheden." Wie destijds heeft bijgelapt is nog steeds een goed bewaard geheim.

Vast staat dat de Stichting Sigarettenindustrie indirect heeft meebetaald, via de stichting Rokersbelangen van Ton Wurtz. In het bewuste artikel in NRC zegt Wurtz dat hij vrijwel fulltime voor de horecastichting werkt, terwijl de tabaksindustrie hem eigenlijk betaalt voor zijn Rokersbelangen. En dat het niet altijd duidelijk is welk lobbywerk hij voor welke stichting doet. "Je maakt contacten, je verzint acties. Het is hetzelfde werk."

Geen dubbeltje

In zijn gesprek met de studenten beklaagt Wurtz zich over de tabaksfabrikanten bij wie hij vergeefs om geld voor de horecastichting heeft aangeklopt. Die hebben ook steevast ontkend dat ze hebben meebetaald. "Ton Wurtz is vier keer bij me geweest voor geld en ik heb hem geen dubbeltje gegeven," zegt Michiel Krijvenaar tegen de studenten. Krijvenaar lobbyt onder meer voor Philip Morris.

Willem Jan Roelofs van de Stichting Sigarettenindustrie wekt in zijn gesprek met de studenten de indruk dat juist Red de Kleine Horecaondernemer de boot heeft afgehouden. "De club is altijd vrij afstandelijk geweest van: 'Wij willen niet geassocieerd worden met de tabaksindustrie.' Nou, dat snap ik en accepteer ik ook, maar er zijn natuurlijk wel contacten. Ik bedoel, de farmaceutische industrie heeft ook contacten met patiëntenverenigingen."

Van het podium gekogeld

De contributies van de caféhouders vliegen er doorheen. Niet alleen dankzij de rechtszaken. Er moet ook 35.000 euro worden gedokt voor de demonstratie tegen het rookbeleid in Den Haag op 29 november 2008. De kleine caféhouders worden die dag op het Malieveld getrakteerd op spetterende toespraken.

Het SP-Tweede Kamerlid Henk van Gerven moet letterlijk het podium verlaten, omdat hij wordt bekogeld als hij vertelt dat hij tegen roken in de cafés is, zie dit filmpje. Daarin is ook te zien hoe Rita Verdonk van de toenmalige partij Trots op Nederland het podium beklimt. Ze heeft koude tenen, zegt ze, "en weet u wat ik zo mis? Een sigaretje en een borreltje." Verdonk is klaar met "het kabinet der betutteling" en sluit af met: "Blijf doorgaan, ik doe mee!" "Rita Verdonk! Rita Verdonk!" scanderen de demonstranten.

Dat Rita Verdonk zo prominent aanwezig is, zal geen toeval zijn. Op dat moment is Wurtz, volgens zijn eigen LinkedIn-profiel, hoofd van de selectiecommissie Noord-Nederland van haar partij en woordvoerder in Noord- en Midden-Nederland.

Totale anarchie

Het opjutten van de kleine cafébaas om zich niets van het rookverbod aan te trekken, blijkt achteraf onderdeel van de lobbystrategie. Een glansrol hierin speelt voorzitter Jaap Brandligt, bekend als directeur van Bonjo voor de belangen van (ex-)gedetineerden. Hij studeerde sociale wetenschappen in Amsterdam, was bestuurslid van de Onderwijsbond FNV en is eigenaar van de bv Brac Consults, een organisatieadviesbureau in Amsterdam.

Aanvankelijk ontkent Brandligt dat hij de cafébazen opruit. In een interview met AD/Haagsche Courant van 29 november over de manifestatie op het Malieveld wordt hem gevraagd of hij ondernemers oproept tot actie. Brandligt: "Nee, dat hebben we nog nooit gedaan. Het gaat vooral om het opvoeren van de druk. We willen een vreedzame manifestatie, zonder gedoe."

Nog geen half jaar later, als het gerechtshof in Den Bosch het rookverbod voor de kleine horeca heeft vernietigd, zegt Brandligt in het Financieele Dagblad (13 mei 2009): "Het wordt totale anarchie. Roken is misschien nog verboden, maar we hebben nu twee uitspraken die ons steunen. Dus iedere ondernemer die het roken weer wil toestaan raden we aan dit gewoon te doen."

Als minister Klink alle cafés een brief stuurt om ze nogmaals op het rookverbod te wijzen, zegt Brandligt in het Dagblad van het Noorden van 27 april 2010: "Wij zijn hardleers en niet van plan ons hier ook maar iets van aan te trekken."

'Let even op'

Enige voorzichtigheid is toch geboden, zo blijkt uit het gesprek dat Roelofs van de Stichting Sigarettenindustrie met de twee studenten heeft: "Wij hebben altijd gezegd: 'Wat deze jongens doen, dat is oproepen tot burgerlijke ongehoorzaamheid, zet de asbakken maar weer op tafel.' Toen hebben wij gezegd: 'Een respecterend bedrijf of een zichzelf respecterende brancheorganisatie kan geen voeding geven aan het oproepen tot maatschappelijke burgerlijke ongehoorzaamheid. Dus hier gaan wij niet in mee Wurtz! Let even op wat je doet, want anders gaan wij jou dus niet meer betalen.'"

Op 1 september 2010 stapt Wurtz op als penningmeester. Hij zou niet meer van toegevoegde waarde voor de stichting zijn, zegt hij in een interview. Tegen de studenten daarentegen: "Stichting Red de kleine Horeca heeft zijn doelstelling bereikt, dus ben ik daar uitgetreden." Maar Schippers die het rookverbod voor de kleine cafés terugdraaide, trad pas in oktober 2010 aan. Zijn vertrek heeft volgens secretaris Wiel Maessen niets te maken met berichten eerder in dat jaar over de financiële problemen bij de stichting. Volgens Maessen is er een "aardige ontwikkeling" gaande op dit gebied, zonder op dat moment hierop een toelichting te kunnen geven.

Wurtz wordt vervangen door Miep van Diggelen. Zij is onder meer voorzitter van de afdeling Nieuw West van de PvdA in Amsterdam en bestuurslid van de Nederlandse Woonbond. Op haar LinkedIn-profiel vermeldt zij niet dat zij bestuurder is geweest van de horecastichting.

Welkom

Hoewel Red de Kleine Horecaondernemer de strijd vooral juridisch en publicitair voert, zoekt het ook steun bij de politiek, vertelt Wurtz aan de studenten. "Het is natuurlijk een zeer controversieel onderwerp. Wij vonden natuurlijk wel gehoor bij de VVD, de PVV. Ik bedoel, je hebt niet allemaal tegenstanders [...]. De PVV, Fleur Agema, die zegt: 'Ja, wat een onzin.' En Halbe Zijlstra van de VVD die toen het tabaksdossier had, die zei: 'We steunen jou.' Aan zulk soort contacten heb je wat."

Ook met het ministerie van Volksgezondheid wordt contact gezocht. Eind juli 2009 stuurt voorzitter Brandligt een brief aan toenmalig minister van Volksgezondheid minister Klink met het verzoek te overleggen over hun standpunt. Ze blijken welkom. Directeur-generaal Gezondheid Paul Huijts nodigt ze uit voor een bijeenkomst op 11 september. Een beleidsmedewerker schrijft namens Huijts: "Graag verneem ik voor aanstaande donderdag 10.00 uur, of u in de gelegenheid bent om namens KHO aanwezig te zijn. Ik ontvang daarnaast graag de namen van uw delegatie." Voor zover bekend zijn Brandligt en Wurtz er samen naartoe gegaan. Notulen van dat gesprek zijn niet gemaakt of niet vrijgegeven via de Wet openbaarheid van bestuur.

Wonder

Soms wordt er een rechtszaak verloren, dan weer een gewonnen. Aan het eind van de juridische wedloop krijgt Red de Kleine Horecaondernemer een keihard "njet" van het Hof Den Haag. Op 26 maart dit jaar is de uitzondering op het rookverbod voor kleine cafés zonder personeel onverbindend en onrechtmatig verklaard. De Staat der Nederlanden (het ministerie van Volksgezondheid) is overigens op 13 juni tegen dit arrest in cassatie gegaan, klik hier voor de tekst.

Red de Kleine Horecaondernemer wordt op 19 september 2012 opgeheven. Als het kabinet-Rutte I (VVD, CDA met gedoogsteun van de PVV) in het najaar van 2010 aantreedt, mag er weer worden gerookt in de kleine cafés zonder personeel. En daarmee is de doelstelling bereikt, zegt Wurtz tegen de studenten. "Deze was namelijk om het rookverbod om zeep te helpen in de kleine horeca. Dat is gelukt, want een wonder geschiedde in de parlementaire geschiedenis."

Op 12 februari dit jaar heeft een meerderheid in de Tweede Kamer ingestemd met het voorstel van de ChristenUnie om de horeca weer helemaal rookvrij te maken. Per 1 juli 2014 moet de asbak heus verdwijnen uit het kleine café. Hoewel Red de Kleine Horecaondernemer aanvankelijk succesvol leek, heeft zij uiteindelijk het onderspit gedolven.

Natte Horeca Nederland – Wurtz, Brandligt en Sinke

De fakkel wordt overgenomen door de vereniging Natte Horeca Nederland, een branchevereniging die de belangen verdedigt van horecaondernemers met een café, in het bijzonder die met een kleine kroeg. Volgens de eigen website is Natte Horeca Nederland nog geen vijf maanden na Red de Kleine Horecaondernemer opgericht, namelijk op 6 oktober 2008. Maar volgens de Kamer van Koophandel is dit op 9 januari 2009 gebeurd.

Dat de asbak op tafel moet blijven is een van de speerpunten van deze vereniging. De boodschap is exact dezelfde als die van Red de Kleine Horecaondernemer: kleine caféhouders worden brodeloos als er niet meer mag worden gerookt. Bestuurslid Lenny Sinke, uitbaatster van het Bierreclamecafé in Breda zegt tegen het Algemeen Dagblad dat haar café leeg zal blijven als er niet mag worden gerookt. "Dan blijven mensen gewoon thuis, dat is treurig." Tegen BredaVandaag.nl zegt ze: "Dat de regering voor volwassen mensen gaat uitmaken wat wel of niet gezond is, dat is raar. Ik vind het een enge bemoeienis dat zij dat willen bepalen." In Nieuwsuur: "Als het verbod er komt, kan ik mijn zaak wel sluiten." Vlak nadat bekend wordt dat een meerderheid in de Tweede Kamer ook in kleine cafés een rookverbod wil, zegt ze in BN/De Stem: "Wij zullen doen wat we kunnen om dit plan tegen te houden." En: "Ze spelen een politiek spelletje over onze ruggen heen. De christelijke partijen en de PvdA tegen, zeg maar, de vrije partijen. (Zucht.) En wij zijn de speelbal."

Onduidelijk

Tijdens het schrijven van dit artikel was het onduidelijk wie in het bestuur zit bij Natte Horeca Nederland. Volgens de website was bijvoorbeeld Lenny Sinke secretaris van Natte Horeca (en haar café het vestigingsadres van de vereniging). Maar in de papieren van de Kamer van Koophandel ontbrak zij als bestuurder. Op 17 oktober is zij alsnog ingeschreven. Dat geldt ook voor Ton Wurtz die in juli bestuurslid werd en nu dan ook op papier is toegevoegd. Jaap Brandligt, oud-voorman van Red de Kleine Horecaondernemer, is ook hier de voorzitter.

In het rijtje bestuursleden op de website blijft echter Jochem Waleboer ontbreken. Volgens de Kamer van Koophandel is Waleboer sinds 3 mei 2010 bestuurder. Hij is de eigenaar van Kafee de Klarist in Den Haag. Op de website van Red de kleine Horeca werd Waleboer in een document destijds aangekondigd als "woordvoerder nieuwe horecabond". Inderdaad heeft Natte Horeca Nederland even gedreigd zich van de Koninklijke Horeca Nederland (KHN) af te scheiden. Koninklijke Horeca Nederland verdedigt de belangen van de cafés niet meer adequaat, laat Jaap Brandligt juli dit jaar in de pers weten.

Overtuigd

Voorzitter Brandligt lijkt erg overtuigd van zijn missie te zijn geraakt. In het Algemeen Dagblad van 11 februari dit jaar zegt hij: "Het rookvrij maken van de horeca zal desastreuze gevolgen hebben. De kroegcultuur zal uit de samenleving verdwijnen." En in een interview met Misset Horeca zegt Brandligt dat de schadelijkheid van meeroken wordt overdreven. "Er zijn ook onderzoeken die concluderen dat dat wel meevalt.'' De verslaggever: "Die komen veelal uit de koker van Meneer Marlboro, toch?" Brandligt: "Nee, het zijn onderzoeken van onafhankelijke experts. Wij accepteren geen geld van de tabaksindustrie en willen ons niet baseren op onderzoek uit dubieuze bron."

Eerder trok hij de uitkomsten van onderzoek van TNS NIPO in twijfel. Als blijkt dat vier op de vijf jongeren rookvrij wil stappen, probeert hij de cijfers te ontkrachten in de krant Spits van 1 juli 2010: "Tachtig procent van de jongeren voor het rookverbod, dat klopt niet met de werkelijkheid. Ik zie hele andere dingen. Er wordt steeds meer gerookt. De horeca is afhankelijk van klanten, dus de klanten willen blijkbaar roken."

Verweven

Al met al is het circuit der rokersactivisten aardig met elkaar verweven en leunt op een klein groepje vaste krachten die overal in terug blijken te komen. Een van die krachten wordt in elk geval betaald door de tabaksindustrie. De anderen hullen zich in nevelen. Hun stichtingen en vereniging hoeven namelijk geen jaarrekeningen te deponeren bij de Kamer van Koophandel – en Brandligt hoeft niet te vermelden wie de opdrachtgevers van zijn bv'tje zijn.

Binnenkort deel 3 van De Frontsoldaten van de Tabak. Klik hier om deel 1 te lezen.