Het ABP heeft in het totaal 1,5 miljard euro van haar vermogen belegd bij tabaksmultinationals. Volgens mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch schendt Big Tobacco de mensenrechten door kinderen in te zetten op de tabaksplantages. Doorgaan met de tabaksbeleggingen betekent dat het ABP niet alleen meewerkt aan een industrie die dodelijke ziektes veroorzaakt, maar tegelijkertijd kinderarbeid in stand houdt.

Door de webredactie

“We willen uw aandacht vragen voor de schending van mensenrechten die we vorig jaar hebben aangetroffen in de productieketen van British American Tobacco,” schreven mensenrechtenorganisaties Human Rights Watch (HRW) en Swedwatch vorige week in een open brief aan alle aandeelhouders van deze tabaksgigant.

Onderzoek van HRW had aangetoond dat in landen als Bangladesh en Indonesië kinderen op tabaksplantages worden ingezet. Arbeiders op de plantages worden bovendien te weinig getraind om aan hun veiligheid te denken en ze worden niet beschermd tegen de gevolgen van het werken met nicotine houdende planten, waardoor de groene tabaksziekte veel voorkomt. Deze vergiftigingsziekte wordt veroorzaakt doordat nicotine wordt geabsorbeerd door de huid bij de behandeling van natte tabaksbladeren.

Niet genoeg

De helft van de kinderen die op tabaksplantages werken en door HRW werden geïnterviewd, zei last te hebben van misselijkheid, overgeven, hoofdpijn en duizeligheid als ze met de tabaksplanten werkten. British American Tobacco (BAT) beloofde de situatie te onderzoeken en kwam met een rapport waarin onder andere stond dat men beter op de werkomstandigheden bij de plantages zou gaan letten. 

Maar volgens HRW heeft de tabaksgigant nog lang niet genoeg gedaan om echt tot de kern van het probleem door te dringen en voor verbetering te zorgen. Daarom roept de mensenrechtenorganisatie de aandeelhouders van BAT op om hun invloed te gebruiken en stevigere actie af te dwingen.

Geen interne discussie

Een van die aandeelhouders is Nederlands grootste pensioenfonds ABP, dat er nooit een geheim van heeft gemaakt in tabak te beleggen. Sterker nog: men geeft nadrukkelijk toe dat er in tabak belegd wordt vanwege het hoge rendement. Dat rendement is zo hoog omdat rookverslaafden aanhoudend tabaksproducten moeten kopen om aan hun fix te komen. Hoewel er jaarlijks 6 miljoen tabaksdoden te betreuren zijn, beweert het ABP dat haar investeringen in tabak intern maar weinig aanleiding geven tot discussie.

Uit het laatste overzicht van ABP, blijkt dat zij sinds 31 december 2016 bijna 1,5 miljard euro aan tabaksaandelen bezit (Philip Morris International: 431miljoen euro, Altria: 373 miljoen euro, BAT: 371 miljoen euro, BAT Maleisië: 21 miljoen euro, Imperial: 207 miljoen euro, Japan Tobacco International: 95 miljoen euro).

Invloed

ABP is dus een van de aandeelhouders die wordt opgeroepen om haar invloed aan te wenden om bij BAT af te dwingen om in ieder geval iets aan de mensenrechtensituatie bij tabaksplantages te gaan doen. Kinderen zouden niet langer meer moeten worden ingezet en de tabaksarbeiders moeten beter beschermd worden tegen de risico’s van gezondheidsschade voortkomend hun werk. 

Raadselachtig

Het blijft raadselachtig hoe het ABP deze tabaksbeleggingen blijft verdedigen. Het merendeel van de deelnemers in dit pensioenfonds werkt in het onderwijs, bij universiteiten en universitaire ziekenhuizen. Daar wordt nu juist maximaal ingezet om kinderen te beschermen tegen de gevolgen van tabak. Ook volksvertegenwoordigers op alle niveaus (gemeente, provincie en parlement) zijn voor hun pensioen afhankelijk van het ABP. Tot op heden profiteren dus ook onze parlementariërs indirect van kinderarbeid.

Zolang het ABP in BAT blijft investeren zonder aan mensenrechtensituaties te denken, werkt men niet alleen mee aan een industrie die dodelijke ziektes veroorzaakt, maar maakt het pensioenfonds zich tegelijkertijd indirect schuldig aan de uitbuiting van kinderen.

Meer lezen? Bekijk ons artikel ‘De tabaksindustrie en haar zogenaamde strijd tegen kinderarbeid op tabaksplantages’.